Samenvatting:
Een boeiend verhaal dat begint in 1835, als een magere jongen in gedachten over de glibberige keien loopt van een straat in s'Hertogenbosch. Jan Cornelis van Rooy is zijn naam. Van katholiek wordt hij protestant. Hij wordt daarom verstoten door zin ouders. Na veel omzwervingen komt hij in Brussel terecht. Daar huwt hij. Zijn drang naar Zuid Afrika voert hem met in 1858 per zeilboot daarheen. Op afgelegen boerenhofsteden wordt hij leraar en godsdienstonderwijzer. Dat sluit deel 1 af. Deel 2 begint in 1934, het geboortejaar van Koos van Rooy, een nazaat van Jan Cornelis. Hij is voor zendeling in de wieg gelegd. Hij blijkt over een bijzondere talenknobbel te beschikken en gebruikt die ten goede. De Venda - stam in het Noorden van Zuid Afrika hebben daar profijt van, maar ook toekomstige theologen. Hij wordt professor maar daarnaast beleefd hij nog veel meer. Een prachtig boek met veel foto's dat het leven in Zuid Afrika goed weergeeft, en ook veel verteld van het land zelf.